Device met camera per student
Video over nepnieuws.
De student heeft in les 1 uit deze reeks geleerd wat mediawijsheid is en heeft een video gemaakt over een thema dat past bij mediawijsheid.
In deze les wordt ingegaan op nepnieuws. De student heeft deze term in de media voorbij horen komen en kan er een voorstelling van maken, maar heeft hier niet eerder les over gehad.
Deze les is onderdeel van een lessenserie:
Start de les met een woordspin. Hiervoor kun je gebruikmaken van het programma whiteboard.fi, maar je kunt er ook voor kiezen op het bord te schrijven. In het midden van de woordspin staat “nepnieuws”. De studenten benoemen waar zij aan denken bij het woord nepnieuws.
Benoem wat nepnieuws betekent:
Nepnieuws is misleidende en onjuiste informatie, die wordt verspreid om geld te verdienen of om je mening te beïnvloeden (Bron: mediawijsheid.nl/nepnieuws).
Opdracht 1: Pizzagate (15 min.)
Vraag aan de studenten of ze weleens hebben gehoord van pizzagate. Naar aanleiding van de korte tekst die hieronder staat, leg je uit wat pizzagate is.
| Dat nepnieuws grote invloed kan hebben, bleek tijdens de Amerikaanse verkiezingen van 2016. Google, X en Facebook kregen het verwijt dat ze nepnieuws de vrije loop hadden gelaten. Door die desinformatie zouden de Amerikanen hun stem hebben laten beïnvloeden en kon Donald Trump president worden.
Een van die nepberichten ging over de prominente rol van Hillary Clinton in een pedofielennetwerk. Het netwerk zou gerund worden vanuit een lokale pizzeria in Washington. Dit bericht had heftige gevolgen. Het leidde tot een schietpartij in de pizzeria. De schutter wilde controleren of er kinderen werden vastgehouden als seksslaven. |
Laat studenten reageren. Wat vinden ze van dit verhaal?
Uitleg (10 min.)
Vertel hoe de studenten nepnieuws kunnen herkennen aan de hand van onderstaande vragen.
Hoe herken je nepnieuws?
Vraag 1. Wie is de afzender van het bericht?
Bestaat deze persoon echt? Bekijk bij websites altijd de disclaimer of het kopje ‘over ons’. Kun je contact opnemen?
Vraag 2. Welke intentie heeft de afzender?
Waarom heeft diegene dit artikel geschreven? Voor wie is het geschreven? Welke (politieke, financiële of andere) belangen heeft de afzender? Of is het bedoeld als satire?
Vraag 3. Welke techniek is er gebruikt?
Vraag 4. Kun je het verifiëren?
Is het alleen buzz op sociale media, of zie je het ook in de meer gerespecteerde media? Gaat het om een onderzoek? Controleer dan hoe het is onderzocht. Als de onderzoeker weinig mensen spreekt, is de kans klein dat die meningen voor heel Nederland gelden.
Vraag 5. Welke bron is er gebruikt?
Nepberichten maken vaak gebruik van fictieve bronnen, dus kijk verder dan alleen een bronvermelding. Worden de tekst en foto op dezelfde manier gebruikt als in de originele bron? Of is het bericht uit de context gehaald? Is er geen link naar de bron? Gebruik dan een zoekmachine om het op te zoeken. Bij voorkeur in een anoniem venster, om je filterbubbel te omzeilen.
Vraag 6. Is het de hele waarheid en niets dan de waarheid?
Nepnieuws kan wel degelijk waarheden bevatten. Hoe meer waarheid er in een bericht zit, hoe overtuigender het lijkt. Controleer of een bericht de hele waarheid en niets dan de waarheid bevat.
Vraag 7. Is er een interpretatie van andermans waarheid?
Zelfs feiten kunnen op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Daarmee zijn ze nog niet per se nepnieuws.
Vraag 8. Hoe zien de foto’s en video’s eruit?
Bij nepnieuws wordt vaak gebruik gemaakt van een willekeurige afbeelding die min of meer het nieuws representeert. Ook kunnen beeld en geluid worden gemanipuleerd waardoor de werkelijkheid wordt verdraaid.
Verdiepingsopdracht
Bij deze opdracht zit een wedstrijdelement. De studenten gaan op internet op zoek naar nepnieuws. Als de studenten een artikel of video hebben gevonden dan sturen ze dit naar de docent via mail, Microsoft Teams etc. De student die als eerste een artikel of video heeft gestuurd, wint.
Als de studenten na vijf minuten niks hebben ingeleverd krijgen zij een tip:
Als de studenten na tien minuten niks hebben gevonden krijgen ze een tweede tip:
Na vijftien minuten krijgen de studenten de laatste tip:
Als de studenten allemaal een artikel hebben gevonden, beantwoorden de studenten onderstaande vragen in een Word document:
Opdracht: video maken (30 min.)
De studenten gaan in tweetallen een filmpje maken met een (nep)nieuwsitem. Een aantal groepjes gaat een filmpje maken met echt nieuws en een aantal groepjes een filmpje met nepnieuws. Als de filmpjes af zijn gaan de studenten van elkaar beoordelen of het echt of nepnieuws is.
Video’s bekijken (30 min.)
Laat de filmpjes van de studenten klassikaal zien. De studenten moeten aan het eind van elk filmpje raden of het echt of nep nieuws is.
Tip: Als je er een spelelement aan toe wilt voegen kun je turven per groepje hoeveel punten er zijn behaald.
Opdracht vereenvoudigd
Laat studenten in tweetallen op het internet zoeken naar twee voorbeelden van echt nieuws en twee van nepnieuws. Vervolgens werken ze samen met een ander tweetal en moeten ze aan de hand van de acht vragen achterhalen wat echte nieuws en wat nepnieuws is.
De studenten maken een evaluatie via Microsoft Forms of Mentimeter. De docent maakt de evaluatie en verwerkt deze vragen in de evaluatie:
Auteur:
Nathalie Petrocchi
Onderwijsinstelling:
ROC TOP
Rol:
Docent Burgerschap
Wat was de aanleiding voor je onderzoek?
Tijdens de lessen burgerschap zag ik steeds vaker dat studenten in aanraking kwamen met onderwerpen, zoals nepnieuws, sexting, online pesten etc. Toen ik op onderzoek uitging over deze thema’s kwam ik erachter dat ik hier zelf ook niet veel over wist. Ik ben mij in deze onderwerpen gaan verdiepen en heb met input van de studenten een lessenreeks gemaakt. Ik hoop dat de studenten met de informatie die zij krijgen in deze lessen weerbaarder zijn voor de gevaren van deze thema’s.
In welke context vond je onderzoek plaats: les, klas, team, school?
Het onderzoek dat ik deed vond plaats in mijn eigen klas. De lessen van deze module heb ik gemaakt voor studenten niveau 1 en 2 van alle opleidingen. De thema’s die in de module terugkomen zijn voor studenten van alle niveaus van toepassing.
Wat wilde je te weten komen?
Ik wilde als docent meer te weten komen over de thema’s als sexting, nepnieuws, online pesten, etc. Naast meer kennis over deze thema’s, wilde ik ook meer weten over de manier waarop ik hierover les kan geven. Vragen die bij mij speelden waren: Wat vinden de studenten prettig met betrekking tot werkvormen? Hoe kan ik leren hoe zij handig informatie leren opzoeken? Wat voor eindopdracht past bij dit thema?
Wat wilde je opleveren?
Een module mediawijsheid voor studenten niveau 1 en 2.
Hoe heb je je onderzoek aangepakt: informatie vinden, experts bevragen et cetera?
Ik heb online informatie gezocht voor de thema’s die met mediawijsheid te maken hebben. Daarnaast ben ik in gesprek gegaan met collega’s die deze thema’s doceren. De studenten hebben ook een grote rol gespeeld in dit onderzoek, omdat zij meerdere malen een enquête hebben ingevuld.
Waar liep je tegenaan?
Ik liep ertegen aan dat ik afhankelijk was van collega’s en studenten om informatie te krijgen. Als zij niet reageerden, moest ik erachteraan gaan en dat kostte tijd.
Wat gaf je energie?
Met de studenten in gesprek gaan over de thema’s rondom mediawijsheid en van hun expertise leren vond ik heel leuk. Ook het testen van de lessen en de reactie van de studenten gaf mij energie.
Wat hebben andere docenten aan je onderzoek?
De module die ik heb ontwikkeld tijdens mijn onderzoek is direct te gebruiken. Docenten kunnen deze module inzetten in de lessen. Vooral ook als één van deze thema’s speelt in de school zijn deze lessen goed te gebruiken.
Publicatiedatum
09 februari 2022
Laatst bijgewerkt
18 september 2025
Type
Niveau
Thema
Tijdsduur
Burgerschap
Dit is open leermateriaal van het Practoraat Mediawijsheid en vallen onder de licentie Creative Commons CC BY-NC-SA 4.0
Publicatiedatum
09 februari 2022
Laatst bijgewerkt
18 september 2025
Type
Niveau
Thema
Tijdsduur
Burgerschap
Dit is open leermateriaal van het Practoraat Mediawijsheid & Burgerschap en Expertisepunt Burgerschap en valt onder de licentie Creative Commons BY-NC-SA 4.0