Flaming

Begin de les met het artikel van RTL nieuws over het vloeken van Nederlanders op internet. Vraag vervolgens aan de klas of zij zich herkennen in het artikel. Wat vinden zij ervan?  Wie van jullie heeft wel eens gescholden op internet? Waarom durven mensen online meer dan in het echt?

Verschillende programma’s vragen aandacht voor de gemene berichten die online worden gedeeld. Zo heeft talkshowhost Jimmy Kimmel een vast onderdeel in zijn programma waarbij bekende Amerikanen tweets voorlezen die over hen gaan. Een Belgisch programma koos ervoor om het online gedrag in het echt na te doen.

Mensen die zich zo negatief uitlaten worden ook wel ‘reaguurders’ genoemd. Een reaguurder is iemand die zich voortdurend negatief en op een niet-opbouwende manier uitlaat op het internet. Dit kan bijvoorbeeld op weblogs of als reactie onder video’s of posts. De term reaguurders is een samentrekking van ‘reageren’ en ‘gluren’.

Vertel dat het negatief, aanvallend of beledigend reageren op internet ook wel flaming wordt genoemd. Zulke berichten worden ‘flames’ genoemd, vandaar ook de term.

Discussie
Verdeel de klas in twee groepen. Eén groep is voor vrijheid van meningsuiting en vindt dat alles gezegd moet worden. De andere groep is tegen belediging en vindt dat een redactie moet ingrijpen. Laat de groepen een paar minuten voorbereiden en start daarna de discussie door steeds een student uit elke groep de beurt te geven.

Opdracht
Verdeel de studenten in groepjes van vier. Voor de opdracht werken de studenten bij een zelfgekozen redactie. Als redacteur heb je de mogelijkheid om reacties van lezers te verwijderen. Ze krijgen allemaal een voorbeeld van een artikel waar door lezers heftig op is gereageerd (tip: kijk op GeenStijl of NU.nl en kies een artikel met veel reacties, zoals dit artikel over Prinses Ariane). Geef de studenten de volgende instructies:

Als team van de redactie beslissen jullie wat er met de reacties gaat gebeuren. Naast de optie om als redactie in te grijpen kan je de website ook op zo’n manier inrichten dat andere lezers een reactie als ‘ongepast’ kunnen markeren. Andere lezers bepalen dan wanneer het te ver gaat.

Elke groep presenteert aan de klas hun bevindingen. De klas mag reageren op het genomen besluit.

Klasgenoten reageren op de plannen van de ‘redacties’.